Gek van God of gewoon gek

N.a.v. Nice, 14 juli 2016

Hoe radicalen (IS, sekten) misbruik maken van psychische zwakte

‘Was de moordenaar van Nice nu een psychiatrisch geval of een religieuze fanaticus?’ zo vragen velen zich af. Een van de Vlaamse dagbladen, De MORGEN verwoordde het in de maandagkrant als volgt: Was Mohamed B. ‘gek van God of gewoon een gek?‘. Naar mijn aanvoelen is de vraag verkeerd omdat ze een tegenstelling suggereert die niet reëel is en ook het zicht op de kern van de zaak verduistert. Gekte, of laten we iets deftiger spreken: een psychiatrische stoornis kan religieuze vormen aannemen, zeker, maar daarmee verandert de diagnose zelf niet: het blijft een psychiatrische stoornis die zich uit een religieuze taal. Psychologen en psychiaters weten dat ze die taal dan best wel beheersen, maar in de therapie die taal (zelf- god- en wereldbeeld) niet moeten overnemen.

Mohamed B. slikte medicijnen. Men zegt: hij was depressief, maar dat zegt uit de volksmond opgetekend nog niets. De procureur heeft het over een ‘snelle radicalisering’ en men verbaast zich daarover. Hoe kan het dat iemand die nooit naar de moskee ging, niet bad, wel alcohol dronk, binnen enkele weken tot een radicale moslim kan uitgroeien ? Het antwoord is: Die is niet tot een radicale moslim uitgegroeid, maar die is psychisch ziek en daardoor was hij een gemakkelijke prooi voor de islamistische extremisten. Hun ideologische vertoog misbruikte zijn psychische zwakte.
Iedereen die iets weet van psychische stoornissen, met name die de ‘zelfwaarneming’ betreffen (wie ben ik? Ben ik wel iets waard?), die weet hoe gemakkelijk religieuze voorstellingen zich hierop kunnen enten. De onzekerheid over de eigen identiteit en je plaats in de wereld en je zelfwaardegevoel (of het gebrek eraan) en het religieuze verhaal passen bij elkaar als vraag en antwoord. That’s the stuff religions are made of. Dat levert in veel situaties weinig problemen op. Integendeel zelfs: religie kan behulpzaam zijn om wat geruster het leven door te komen.
Het kan echter ook tot ontsporingen leiden. En daar hebben we het hier over.

Extremisten (net als sekteleiders) kunnen psychisch labiele mensen heel gemakkelijk ‘pakken’ op hun zwakte door hun een super-identiteit aan te bieden, eentje die alle problemen en vragen doet verdwijnen als sneeuw voor de zon en vervolgens subtiel (of ook niet) het gedrag van de nieuwe bekeerling gaan sturen. De Franse socioloog en islamkenner Olivier Roy gebruikt daar de term ‘highjacking van het religieuze discours door extremisten’ voor. Als je daar even over nadenkt, dan betekent dit dat de vraag niet moet zijn: ‘is dit een religieuze gek of een gewone gek?’, maar hoe voorkom je dat extremistische varianten van religie (sekten, politieke ideologieën) aan de haal gaan met getroebleerde zielen ?’ en tot instrument maken binnen hun oorlog tegen ‘het kwaad’. Het antwoord moet m.i. dan niet zozeer gezocht worden in de richting van een bestrijding van onwelgevallige religieuze opvattingen op zich, zoals vaak wordt gedaan – dat is straatje zonder einde en leidt enkel tot dovemansgesprekken. Het overtuigt enkel de reeds overtuigden en de wijze waarop zulke debatten gevoerd worden leidt vaak enkel tot een versterking van de kloof. Veel meer heil zie ik in een brede maatschappelijke bewustwording dat religie een complex fenomeen is, dat altijd ook sociale, culturele, psychische en identitaire aspecten heeft. En omdat religie nog niet van plan is om morgen te vertrekken, houden we er beter maar rekening mee. Pas als we het fenomeen religie in deze complexe verbondenheid durven waar te nemen, kunnen we misschien ook een beginnen iets te gaan doen aan de ongewenste uitwassen. Dat zal niet zonder hulp van binnenuit kunnen. Daarvan ben ik overtuigd.

Dick Wursten