Shirin Musa vecht voor vrouwenrechten

Verguisd door linkse hardliners, toegejuicht door GeenStijl: Shirin Musa vecht voor vrouwenrechten (en alle hulp is welkom)

uit een lang interview van ‘De Correspondent’ door Vera MULDER

Het meisje was zestien, ongewenst zwanger en stompte zichzelf net zolang in haar buik tot ze een miskraam kreeg. Ze was verkracht door haar neef – die sinds hun gedwongen huwelijk in Mogadishu tevens haar man was.

Ze was geboren en getogen in Nederland, verhuisde toen ze twaalf was met haar Somalische ouders naar Londen. Daar puberde ze, ging ze uit, had ze vriendjes. Haar conservatieve moeder stuurde haar ‘terug’ naar Somalië, ter heropvoeding. Na het gedwongen huwelijk en de miskraam zwoer het meisje zelfmoord te plegen als ze niet snel terug zou kunnen naar Nederland.

‘Dat was mijn eerste zaak, zes jaar geleden.’ Shirin Musa, vrouwenrechtenactivist en oprichter van vertelt het met gebalde vuisten, de knokkels wit van het knijpen.

Met haar stichting komt ze op voor vrouwenrechten en strijdt ze onder meer tegen gedwongen (kind)huwelijken, seksueel geweld, polygamie, eerwraak en huwelijkse gevangenschap: vrouwen die gedwongen religieus getrouwd blijven omdat hun man weigert te scheiden.

Na maanden vergeefs te hebben gezocht naar hulp om het 16-jarige meisje in Mogadishu bij te staan, eerst bij de Nederlandse overheid, toen bij allerlei instanties, kocht Musa van haar eigen geld een ticket voor haar. ‘Achthonderd euro voor een mensenleven, ik snap niet dat ik die optie niet eerder zag. In een land zo bureaucratisch als Nederland moet je soms het heft in eigen hand nemen.’

Het meisje ontsnapte uiteindelijk naar het vliegveld toen haar man naar zijn werk was. In Nederland ving Musa haar tijdelijk thuis op.

Religieuze scheiding bij de rechter

Musa (40) maakte het zelf ook mee, ‘huwelijkse gevangenschap’. Die term bedacht ze overigens zelf: er was in het Nederlandse recht nog geen woord voor. Haar Nederlands-Pakistaanse man mishandelde haar.

Hoewel het huwelijk voor de wet snel ontbonden was, weigerde hij Volgens de islam behield hij daarmee het recht op zijn vrouw. Na zes jaar gedwongen huwelijk wist Musa, die rechten ging studeren om zich uit de situatie te redden, als eerste vrouw in Nederland een religieuze scheiding af te dwingen via een kort geding. Maar daar wil ze het niet meer over hebben. ‘En ik wil nu zo graag verder, want er wachten nog meer meisjes in Mogadishu. En Saoedi-Arabië. En Vinkeveen.’

Last van identiteitspolitiek

Je zou denken dat haar strijd voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de vrijheid om te trouwen met (en te scheiden van) wie je wil in Nederland, het gros van de mensen aanspreekt.

Toch lijken velen niet te weten wat ze met haar aan moeten. Want ze is een feminist met een hoofddoek, die wordt ondersteund door conservatieven als Paul Cliteur en Frits Bolkestein. Iemand die openlijk is bejubeld door vrouw- en moslimonvriendelijke media als GeenStijlPowNed en De Dagelijkse Standaard. Een deel van links Nederland wil daarom niks van haar weten.

Tegelijkertijd is ze een belijdend moslima die meisjes aanspoort tot vrije partnerkeuze. En dus een verraadster, menen conservatieve geloofsgenoten.

En rechts Nederland? Dat vraagt zich af: als je dan zo vrijgevochten bent, wat doe je dan met die hoofddoek op? Musa heeft het allemaal al gehoord. En ze snapt de kritiek, beredeneerd vanuit wat zij noemt ‘de kampen’.

Farah Marzak, projectleider bij FFF en aanwezig bij het gesprek, begrijpt wel hoe die kampen en de tijdsgeest van identiteitspolitiek zijn ontstaan. ‘Het voelt veilig ergens bij te horen, in tijden waarin van alles in beweging is’, zegt ze. ‘Je kunt het mensen in hun strijd tegen ongelijkheid niet kwalijk nemen dat ze het gevoel hebben te moeten opkomen voor ‘de eigen groep.’

Het frame voorbij

Ondanks de verschillende frames die aan Musa kleven – opgehangen aan haar samenwerkingen, de vrouwen die ze helpt en de verschillende culturen waar ze mee te maken heeft – heeft ze ook Ze opende een en lobbyt voor wetswijzigingen – regelmatig met succes.

Ook heeft FFF een juridische helpdesk, aangevoerd door jurist die op vrijwillige basis vrouwen helpt met onder meer het voorbereiden van rechtszaken en het doen van aanvragen bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

Musa lobbyde met succes voor subsidie voor vliegtickets om meisjes en vrouwen te kunnen laten terugkeren die ongewenst door hun man zijn achtergelaten of worden vastgehouden in het buitenland.

Daarnaast bemiddelt FFF per jaar bij de scheiding van zo’n vijftig tot zestig vrouwen die uit een gedwongen huwelijk willen stappen. Dat varieert van bemoedigende woorden aan de telefoon tot inschakelen van advocaten en bijwonen van rechtszaken.

De stichting ondersteunt politie, justitie en het juridisch loket met ervaringsdeskundigheid en is bezig om zogeheten Taskforces huwelijksdwang te ontwikkelen. Die taskforces moeten ervoor zorgen dat leerkrachten, welzijnswerkers en agenten worden getraind om de signalen van huwelijksdwang te herkennen.

Musa geeft college op hogescholen en universiteiten, verzorgt workshops over zelfbeschikkingsrecht en zit als raadgever in het 

Op haar kantoor wijst ze, zonder om te kijken, naar een ingelijst, goedgekeurd wetsvoorstel achter haar aan de muur. ‘Het voelt soms alsof die successen niet echt zijn. Het lijkt een ver verleden, een droom. Omdat ik me, ondanks mijn staat van dienst, alsnog constant moet verdedigen.’ Ze zucht, mompelt wat over een domme reactie. Dan richt ze het hoofd op. ‘Ik zou dit niet meer doen. Meegaan in discussies over dat links-rechtsverhaal, laat dat maar over aan de identiteitsgekkies in beide kampen: wij hebben dingen te agenderen.’

Je eigen ouders als vijand

Anita Nanhoe, die momenteel samenwerkt met Musa en onderzoek doet naar sociale vraagstukken en zelfbeschikkingsrecht voor de gemeente Rotterdamvertelt tijdens een panel in het Europees Parlement, na verhalen over scheiden in de Joodse en Islamitische cultuur, over hoe huwelijkse gevangenschap werkt in de Surinaams-Hindostaande gemeenschap.

‘Nog afgezien van hoe het wettelijk zit: als je een vrouw bent, zullen je eigen ouders vaak proberen een scheiding tegen te houden. Scheiden is oneervol, dat straalt slecht af op de hele familie.’

‘Stel dat jij scheidt’, legt ze uit. ‘Dan nemen de huwelijkskansen voor je ongehuwde zussen af, is de gedachte. De enige manier om die eer gedeeltelijk te herstellen is een huwelijk met een nieuwe man en dat brengt vrouwen vaak in een nog kwetsbaardere positie: hun tweede man geniet hierdoor zo mogelijk nog meer macht over haar.’

Nanhoe, zelf Surinaams-Hindostaanse, heeft vergelijkbare ervaringen als Musa, als gevolg van haar kritiek op culturele gebruiken. ‘Het wordt niet op prijs gesteld als je de vuile was buitenhangt.’

‘Geweld tegen vrouwen is universeel’

Het zijn twee lagen van vooroordelen die Musa steeds benoemt: over haarzelf en over de mensen of partijen met wie ze geassocieerd wordt. Maar in haar werk komt daar vaak nog een derde laag bovenop: ‘Er mist nuance in het gesprek over de positie van vrouwen in minderheidsgroepen.’

Waar vaak aan voorbij gegaan wordt, is dat allochtone vrouwen vaak een kleiner netwerk hebben dan autochtone vrouwen om op terug te vallen, of simpelweg de middelen missen om zichzelf uit zo’n situatie te redden. Naast de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is een gebrek aan economische zelfstandigheid het grootste probleem, niet dat een cultuur niet zou ‘deugen’. Geweld tegen vrouwen is universeel.’

Die gaten in de beeldvorming agenderen en zichtbaar maken, gaat vaak met een grote omweg. Musa vertelt: ‘In het geval van de vrouwen in de opvang ging het ongeveer zo: wij leverden input aan het Dat deelde tikken uit aan de Nederlandse overheid. Dat leidde er uiteindelijk toe dat er meer geld kwam voor onderzoek naar de zelfredzaamheid van niet-westerse vluchtelingenvrouwen, zodat er beleid gevormd kan worden om die kwetsbare groep te helpen, bijvoorbeeld door politie en justitie te trainen op het herkennen en voorkomen van huwelijkse gevangenschap.’