Het offerfeest komt er weer aan

Nog 7 nachtjes slapen en in plaats van schaapjes tellen mag je ze weer handmatig de keel oversnijden, bij voorkeur onverdoofd. Over de m.i. misplaatste solidariteit die christenen hier aan de dag menen te moeten leggen heb ik elders al het nodige gezegd, dus dat ga ik hier niet herhalen. Alternatieven om het Offerfeest te vieren zijn er ook binnen de moslimwereld plenty. Dus, komaan zeg: Evolve…

Ik wil vandaag enkel wijzen op de impact die het live meemaken van het slachten van dieren heeft op kinderen. En ik ben niet sentimenteel van aard, dus daarom gaat het mij niet. Het gaat om iets diepers: hoe breng je kinderen – voor het eerst – in aanraking met het doden van een levend wezen. De ‘eerste keer’ is namelijk bepalend voor hoe je daar de rest van je leven mee omgaat, tegenover staat. Welnu: Ik begrijp dat moslimpapa’s graag hun zonen (zo jong mogelijk) meenemen naar de slachthuizen om die ervaring met hen te kunnen delen: mysterium fascinans et tremendum, inderdaad. En voor het Offerfeest – als ze het niet zelf mogen zien/doen – dan toch via live-streaming vanuit het slachthuis. Wat voor effect heeft dat op die kinderen?

Welnu, afgelopen zomer zag ik delen van de TV-reeks De neven van Eus (Öczan) waaronder die aflevering waarin Eus vertelt over zijn eerste Offerfeest (of was het een standaard halal-slachting? Voor het lam maakt het niet uit) en zijn eigen besnijdenis. (lees verder onder de foto)

Eus (Öczan)  bij zijn geboortehuis

Hij was vier jaar geworden, zo vertelt hij, en had een lammetje gekregen. Hij kon er nog op zitten: “Ik werd hier in deze tuin rondgereden, en had een paradijselijk gevoel. Ik had een vriendje hier in dit primitieve, verlaten dorp.” Maar op een dag gebeurde er iets vreselijks. De dorpsslager kwam langs en nam het lammetje van Eus zomaar mee. “Ik ging achter die man aan. ‘Wat doet u nou in godsnaam met mijn lammetje?’ Toen zag ik de man een gebed doen, een groot mes pakken, en bam: het lammetje werd de keel doorgesneden.” Terwijl een onthutst Eusje toekijkt, bloedt het lammetje dood op de grond. Hij was ontroostbaar. Zijn vader zei  “Wat ben je aan het huilen? Je bent toch geen meisje?! En met een grote grijns voegde hij toe: ‘Kom, we gaan er lekker van barbecuen'” Alsof dat allemaal nog niet erg genoeg was, werd de volgende dag ook het mes in Eus zelf gezet: Hij werd besneden, ‘Onaangekondigd, onverdoofd en ongelukkig’. Waarna iedereen zich aan tafel zette en zijn lammetje at. Als protest tegen zijn ouders at Eus tien jaar lang geen vlees.

Besnijdenis en ritueel slachten

Ik heb serieuze vragen bij ritueel (onverdoofd) slachten en rituele besnijdenis (van jongens – terugbetaald door de ziekenkas), maar toch ben ik echt geen verkapte antisemiet, zoals Jan De Volder suggereert in een opiniestuk in De Standaard. Ik wil gewoon dat er over deze zaken open en fair kan worden gedebatteerd en bovenal: dat we deze gebruiken toetsen aan de wetten van ons land.

Besnijdenis van Jezus, Pellegrino da San Daniele

In De Standaard van 7 juli 2017 suggereert Jan De Volder dat er een verband is tussen het groeiend antisemitisme en de initiatieven in de samenleving die raken aan twee pijlers van het jodendom en de islam: het ritueel slachten van dieren (halal, kosher) &  besnijdenis van jongetjes (dat meisjes niet besneden mogen worden, dat is blijkbaar zonder meer duidelijk voor iedereen). Ik deel zijn bezorgdheid over het groeiend antisemitisme, maar waarom zo dramatisch gedaan. Dat men besnijdenis en onverdoofd slachten een beetje ‘out of order’ vindt in onze samenleving en daar argumenten voor-en-tegen wil afwegen, dat lijkt me eerder een teken dat de democratie leeft.

Wat is er aan de hand? Sommige mensen willen dieren ritueel slachten en de voorhuid van minderjarige jongetjes afsnijden. Welnu, dat mag men willen, maar dat wil nog niet zeggen dat dat zomaar ‘moet mogen’. Dat men het wil en dat ook kenbaar maakt valt zonder meer onder vrijheid van godsdienst en meningsuiting. Maar als iemand om religieuze redenen iets wil, dan staat nergens geschreven dat de samenleving verplicht is die wensen zonder vorm van debat in te willigen. Men mag – nee: moet! – die wensen toetsen aan ‘de wetten van het land’.

Zo gaat dat in een democratische rechtsstaat. Dus laten we dat even doen:

Onverdoofd en ritueel slachten.  Ruim 30 jaar geleden hebben we hierover een wet aangenomen, de wet op het dierenwelzijn, waarin komaf werd gemaakt met onverdoofd slachten (Wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, artikel 16 § 1). Een jaar later heeft men gemeend toch een uitzonderingsclausule te moeten voorzien voor ‘religieus gemotiveerd onverdoofd slachten’. Dat leek proportioneel en een kwestie van gezond verstand. The times they are a-changin. Vandaag is de samenleving in meerderheid een andere mening toegedaan. Namelijk dat de uitzonderingsclausule z’n doel voorbij schiet, omdat het onverdoofd slachten geen uitzondering meer is, maar een courante praktijk. Dat vaststellen is geen kwestie van islamofobie en ook geen ‘dekmantel voor antisemitisme’ (zoals christelijke leiders suggereren in een persverklaring uit mei 2017). Dat is gewoon zoals het gaat in een rechtsstaat en een democratie. De samenleving verandert en afwegingen vallen vandaag anders uit dan enkele decennia geleden. De algemene gevoeligheid voor dierenwelzijn is toegenomen. Dat zie je in de sympathie voor Gaia, Greenpeace, en de opkomst van een ‘Partij voor de dieren’. Dat uit zich in strengere reglementering van slachthuizen, verzet tegen de plofkip, en kritiek op onverdoofd slachten. Dat laatste is een serieuze zaak geworden, omdat de moslimgemeenschap gegroeid is in onze contreien. Dertig jaar geleden was het enkele in een niche dat het gebeurde (Joods), nu kun je dat niet meer zeggen.

En wat de besnijdenis betreft: Ik viel van mijn stoel toen ik las dat de ziekenkas die ingreep vergoedt. Ik dacht dat ingrepen die geen medische indicatie hebben sowieso uit eigen zak betaald moeten worden: een besnijdenis evenzeer als een facelift of een tatoeage. Dat lijkt me een evidentie. Een andere vraag die echter ook niet onbeantwoord mag blijven: Mag een arts dit doen als het niet om medische redenen is? Dit lijkt me een heel pertinente vraag. Temeer daar het een ingreep op minderjarigen betreft. In plaats van hier een antisemitisch (of islamofoob) complot te vermoeden, zie ik deze aanzet tot discussie als een bewijs van de geestelijke gezondheid van onze samenleving.