Salafisten in Genk en Antwerpen

Voltaire is er nog duizelig van, zovaak moest hij zich vandaag in zijn graf omdraaien. Al die ‘verlichte’ democraten die plots moord en brand riepen omdat er een cursus wordt georganiseerd door een enge culturele vereniging van islamitische strekking. Daar werden onwelgevallige meningen verkondigd over alcohol, werd de omgang met ongelovigen afgeraden (‘zonde’) , en werd de hele muziekscene aan de duivel toegewezen. Ja, die meningen bestaan – en ze hebben nog nooit zoveel gratis zendtijd gekregen als nu.

Dus nog één keer: “I disapprove of what you say, but I will defend to the death your right to say it.” (uit een boek over Voltaire uit 1906).

Als men onder valse voorwendsels een zaal heeft gehuurd, dan is dat een andere zaak, maar ook hier is het misschien niet zo simpel als men het voorstelt. Een cursus over islam vanuit binnenperspectief is geen ‘religieuze activiteit’, sorry. Je moet die dingen wel uit elkaar houden. Wie alles mixt, maakt er een potje van: soep.

Dus: Dat we het niet eens zijn met iemand is geen reden om hem het zwijgen op te willen leggen. Integendeel. Met die persoon wil je van gedachten wisselen tot je hem overtuigd hebt van jouw gelijk (of andersom, hoewel dat bijna nooit voorkomt. Vreemd eigenlijk). Dat is ‘burgerzin’. Zo werkt de open samenleving. Iedereen mag mij uitnodigen voor een gesprek of een debat over eender wat. Als ik meen dat ik er iets over te zeggen heb, dan kom ik. Vraagt men verantwoording, ik geef die. Dat we ons zorgen maken over de consequenties van de zuiverheidsideologie van het salafisme (met haar ‘contaminatievrees’, je wordt besmet door de omgang met ongelovigen) is terecht. Daardoor wordt inderdaad het samen-leven zelf bedreigd. Maar ook dat betekent nog niet dat we de mensen het recht mogen ontzeggen om die mening te hebben en te uiten.

Te hebben: Het recht op het hebben van een afwijkende en onwelgevallige mening is sinds 1648 (vrede van Munster) verworven in onze contreien, tot grote ergernis overigens van de toen dominante ideologie, genaamd de rooms-katholieke religie. Het heeft de achterhoedegevechten van de godsdienstoorlogen beëindigd en veel repressie voorkomen. Het recht om die mening te uiten, zo luid als men wil, en ongecensureerd, komt elke burger van dit land toe, al sinds België bestaat (1831, Belgische Grondwet, o.a. artikel 19 en 25).

Dus waar hebben we het over? Over het feit dat religie een booming business is, en dat op deze markt – die vrij is, want religies zijn ook maar culturele constructies – zich dus allerlei figuren kunnen begeven die eender wat mogen verkondigen, ook een ex-rapper die tot inkeer is gekomen en vervolgens alle muziek afwijst. Je kan dat betreuren, maar strafbaar is het niet. Als ze aanzetten tot haat, of IS verheerlijken, dan is het gedaan. Die grens mag niet overschreden worden, naar geen van beide kanten.

 

Deradicalisering die wèrkt…

Er zijn grosso modo vier manieren om ongewenste ideologieën te bestrijden:

  1. Directe confrontatieYou’re wrong, I’m right!
    „Dat was de Amerikaanse methode direct na 9/11. Ze hadden filmpjes waarin je allemaal terroristische explosies zag, eindigend met de vraag: ‘Is dit wat je wilt?’ Het aantal nieuwe terroristen schóót omhoog.”
  2. Afleiding – je moet mij niet aanvallen, maar hem. „Heel effectief gedaan in de ‘Sunni Awakening’ in 2007, toen de internationale coalitie erin slaagde soennitische stamhoofden in Irak te overtuigen dat Al Qaeda een gevaarlijker vijand was.”
  3. Verschuiving – uitdragen dat je niet alleen een goede moslim kunt zijn in de strijd, maar ook door hulp te bieden.
  4. Dissolution – oplossing, ontbinding van emoties die extreme overtuigingen en handelingen aanwakkeren.

Dit laatste is de manier die David Kenning propageert, èn volgens hem de enige die ècht werkt. Drie fragmenten uit het interview vindt u hier. Hieronder enkele van zijn – controversiële – opvattingen:

  • De oorzaak van extremistisch geweld is niet van belang voor de bestrijding ervan. Mensen krijgen een identiteit mee van ouders, vrienden, gemeenschap. En soms zit die identiteit niet lekker en gaan mensen opzoek naar een nieuwe. De propaganda van IS is toegesneden op dit dilemma. Hoor je nergens bij? Dan mag je bij ons horen. „In deze wereldwijde band of brothers krijgt de zelfmoordaanslagpleger een nieuwe identiteit.”
  • Je kunt geen invloed uitoefenen op de factoren die leiden tot extremisme. „We kunnen hem zijn vriendinnetje niet teruggeven, de pijn niet wegnemen van zijn vader die hem sloeg, zijn baas niet dwingen moslims aardig te vinden. We kunnen de spanningen die worden veroorzaakt door het westers buitenlands beleid niet wegnemen.”
  • Het is zinloos om zijn religieuze overtuigingen tegen te spreken – dat neemt hij toch niet van ons aan. „Tegen de tijd dat de overheid deze jongeman tegenkomt, hebben deze factoren hun werk al gedaan. Wij kunnen dus alleen nog maar wat met zijn geest. Die kunnen we weerbaar maken, open voor twijfel en voor andere ideeën.”
  • Het gekke van identiteit, zegt Kenning, is dat het bijna belangrijker is hoe de ander je aanspreekt dan hoe je naar jezelf kijkt. Hij zelf is opgegroeid in Noord-Ierland en dateert van vóór de gewelddadigheden losbarstten: „Wij voelden ons geen protestanten, maar de anderen gingen ons als protestanten zien.” Dit is volgens hem het voornaamste doel van Al Qaeda’s aanslagen van 11 september: verdelen, polariseren, radicaliseren.

Meer dus op deze pagina of het hele interview op nrc.nl (als het niet achter de betaalmuur zit)

Redelijke accommodatie en de ramadan

Als stap in de richting van een Europese islam stel ik voor dat de Raad van theologen het begrip redelijke accommodatie* in de officiële koran- en hadithuitleg opneemt en alle Vlaamse moslims laat weten dat Allah het dus graag ziet als zij overdag in de zomer water drinken, ook tijdens de ramadan: een kwestie van gezond verstand’.

De term ‘redelijke accommodatie’ ontleen ik aan het recente boek van Patrick Loobuyck, ‘Samenleven met gezond verstand’ . Hij bedoelt daarmee dat je tegemoetkomend moet zijn als medeburgers op grond van hun geloof bijzondere maatregelen vragen, maar proportioneel. Dat is geen soumission, maar redelijke accomodatie. Een sterk pleidooi is het. Maar het geldt ook andersom, lijkt me. Anders verwordt het fundamenteel mensenrecht al snel tot een claimrecht van fundamentalisten.


praktische tips

Als je gezond bent, kan de ramadan geen kwaad. Ben je echter zwak, dan is het gevaarlijk.

Doordat je ’s avonds eet, krijg je op zich voldoende voedingsstoffen binnen. Wel is je energiebalans in de war, zeker als de ramadan in de zomer valt. Je hersenen (denk aan de jongelui met hun eindexamens) hebben gedurende de dag energie nodig om goed te kunnen functioneren. Als je dan niet eet, kun je je minder goed concentreren. Ook krijg je makkelijk last van prikkelbaarheid (stemmingswisselingen, humeur). In landen waar de ramadan een traditie is, is dat geen probleem. Daar wordt tijdens de ramadan minder hard gewerkt en kun je rekenen op begrip van je omgeving. In een seculiere samenleving ligt dat moeilijker. Paradoxaal wordt de kans groter dat je daarom – van de weeromstuit – fanatieker wordt. Niet doen, ongezond! Vergeleken met de landen van oorsprong hebben wij het bijkomende probleem, dat bij ons in de zomer de dagen zo lang duren. Diabetici moeten zonder meer gebruik maken van de vrijstelling die ‘zieken’ hebben op de vastenverplichting. Voor zichzelf en voor de samenleving.

Niet drinken overdag. Is dat gevaarlijk?

Als je ’s nachts (tussen 22u-5u30) voldoende drinkt, is ook dat geen probleem. Het is alleen wel heel moeilijk om ‘vooraf te drinken’, want je hebt geen dorst, zeker als je daarvoor om 5u ’s ochtends de wekker moet zetten. Onder extreme omstandigheden is er een risico op uitdroging. Hoofdpijn en concentratiestoornissen komen veel voor. Daarom dat je tijdens de ramadan in de zomer, zeker als de temperatuur boven de 25 graden stijgt, toch maar beter een flesje water bij je hebt en geregeld een slokje neemt. Volgens de meeste moslimleiders die ik ken, is dat perfect legaal. En dat anderen je verwijtend aankijken, of je geen ‘goede moslim’ noemen, moet je je niet aantrekken. Zij gaan moreel en menselijk in de fout, ook vanuit de islam gezien, jij niet. Groepsdruk is een schending van de vrijheid van godsdienst. Jìj bent vrij om te bepalen hoe jij je gods-dienst invult, vormgeeft. Niemand kan jou dat recht afnemen, want het is een mensenrecht.

Oh ja, dat je water drinkt om je medicijnen te slikken, staat los van de vastenverplichting. Dat hoef ik toch hopelijk niet meer te zeggen.

Misplaatste solidariteit rond ritueel slachten

Christelijke leiders tegen verbod op onverdoofd slachten: Een voorbeeld van misplaatste solidariteit.

In een verklaring over ‘onverdoofd slachten’ (NL – FR) betuigen de ‘christelijke leiders van België’ (als protestant moet ik dan toch altijd een beetje lachen, maar dit terzijde) hun solidariteit met hun Joodse en islamitische collega’s door vraagtekens te plaatsen bij het wetsvoorstel van het Waals parlement om het onverdoofd slachten met ingang van 1 januari 2019 te verbieden.

De verklaring zegt dat er ‘belangrijke waarden in het geding’ zijn. Daar ben ik het mee eens. Al meer dan 30 jaar is er in ons land een wet op het ‘Dierenwelzijn’ waarin het onverdoofd slachten wordt verboden. Dat lijkt mij inderdaad een belangrijke waarde, die wel wat support kan gebruiken van de ‘religieuze leiders’. Het blijkt hier echter niet te gaan om deze belangrijke waarde, maar om de ‘vrijheid van godsdienst’. De religieuze leiders waren dus toch weer vooral bezorgd om zichzelf. Jammer. Maar okay, vrijheid is een belangrijke waarde, en vrijheid van godsdienstuitoefening ook. Alleen zie ik niet goed in wat dat met een verbod op onverdoofd slachten te maken heeft. Natuurlijk weet ik wel dat tot op heden er een uitzonderingsclausule op de wet bestaat, die mensen die onverdoofd slachten buiten vervolging stelt als zij zich beroepen op hun religie: ‘Mijn God/mijn geloof/ gebiedt mij dat te doen’. Door de mensen dit ‘excuus’ te ontnemen wordt er toch geen inbreuk gemaakt op de vrijheid van religie ? Mensen mogen nog steeds vinden dat ze hoogst persoonlijk een schaap de keel over moeten snijden – liefst in familieverband met de kinderen erbij – om het Offerfeest te vieren. Dat wil toch echter niet zeggen dat de staat daar dan meteen maar ruim baan voor moet maken?

Er zijn ook christenen die vinden dat abortusartsen strafrechterlijk vervolgd (en volgens sommigen zelfs: standrechtelijk geëxcuteerd) zouden moeten worden, of dat leraren biologie geen evolutieleer mogen onderwijzen. Toch geen haar op ons hoofd dat eraan denkt om deze mensen hun gang te laten gaan. Vrijheid van godsdienst betekent niet dat de staat alles maar moet toestaan wat men met beroep op ‘God’ (in welke gedaante dan ook) rechtvaardigt. Er zijn ook moslims en christenen (echt waar) die vinden dat polygynie (met meer dan één vrouw gehuwd zijn) de weg is die God de man niet alleen toestaat, maar zelfs wijst. En er waren (maar voorzover ik weet bestaan die niet meer) diep-religieuze mensen die vonden dat kinderen geofferd moesten worden, of dat er seksueel verkeer moest zijn met tempelprosituées voorafgaand aan de rituele offers. Stel u voor dat die religies nog zouden bestaan! Mag je die in naam van de godsdienstvrijheid dan ook geen strobreed in de weg leggen? De staat heeft dus, met inachtneming van de vrijheid van meningsuiting, volledig het recht paal en perk te stellen aan allerhand menselijke handelingen, ook als die religieus gemotiveerd zijn. Godsdienstvrijheid is geen immunisering tegen overheidsbemoeienis, laat staan een vrijbrief om te doen en laten wat je wilt.

Waarom moet de voorzitter van de synodale raad van de protestantse kerk perse het pleit voeren voor de conservatieve wettische vleugel in religies die niet eens de zijne zijn?

Als de Vlaamse en Waalse overheid aan het onverdoofd slachten van dieren niet langer wenst mee te werken, dan is dat haar goed recht. Daarmee staat de ‘belangrijke waarde van de vrijheid van godsdienstuitoefening’ niet op het spel. De overheid geeft dan gewoon aan, dat er grenzen zijn, dat iedere burger voor de wet gelijk is, gelovig of ongelovig en dat wat haar betreft dierenwelzijn boven een religieus ritueel gaat. Zeggen dat het er in seculiere slachthuizen ook vreselijk aan toegaat, zoals de verklaring doet, is een flauwe afleidingsmanoeuvre. Dat is natuurlijk zo. En daar moet evengoed iets aan gebeuren. En dat probeert de wetgever ook. Maar, zo gaat de verklaring verder, de kritiek op onverdoofd slachten wordt zo gemakkelijk ‘een dekmantel voor een discours van misprijzen van de levenswijze en spijswetten van onze joodse en islamitische medeburgers’. Dat zal wel zijn, maar ook daarmee is de grond van de zaak zelf toch niet weerlegd. Abusus non tollit usum (‘Misbruik van iets diskrediteert een goed gebruik niet’) En dan nog: het merendeel van moslims eet al lang vlees uit Nieuw-Zeeland waarop het stempel ‘halal’ staat maar dat afkomstig is van dieren die verdoofd zijn vóór ze geslacht werden. Geen haan die ernaar kraait. Dus waar gaat het dan om? En ook onder de Joden zijn er velen die geen probleem hebben om de regels van de kashroet (kosher-eten) aan te passen, dan wel er vrij mee omgaan. Hun stem hoor je alleen niet. Ik weet wel dat de diep-gelovigen dan roepen dat dat geen èchte moslims/joden zijn, maar waarom zouden zij het alleenrecht op die religie hebben! God is wel in de hemel, maar godsdienst is mensenwerk en regels kunnen altijd ook anders geïnterpreteerd en toegepast worden. Dat is doorheen de geschiedenis constant gebeurd. Godzijdank. De enigen die dat niet kunnen, zijn de fundamentalisten.

Waarom, zo vraag ik mij dus af, moet de voorzitter van de synodale raad van de protestantse kerk perse het pleit voeren voor de conservatieve wettische vleugel in religies die niet eens de zijne zijn? Zou het niet veel zinvoller zijn als hij in zijn publieke optreden solidariteit zou betuigen met mensen die het nodig hebben en dan op grond van waarden die ook de onze zijn. In het Lutherjaar kan ik niet anders dan vermoeden dat de ‘evangelische vrijheid’ van de mens om in eer en geweten zijn eigen leven te leiden voor Gods aangezicht, meer aandacht verdient dan het vrijwaren van de speelruimte van gevestigde religieuze instituten.

Dick Wursten

  • Voor misverstanden en mythes (al dan niet bewust in stand gehouden) rond onverdoofd en ritueel slachten: zie de website van GAIA

Bescherm kinderen ook tegen geestelijk geweld

Knack (10 mei 2017) bindt de kat de bel aan. Veel islamonderwijs jaagt kinderen (en jongeren en volwassenen!) angst aan door te dreigen met de hel en andere nare zaken. Vrijheid van godsdienst? Nou dat weet ik zo net nog niet. Mijns inziens is er geen enkele reden dat de school (overheid) niet zou ingrijpen als ze dit signaleert. Ik denk dat ze de morele plicht heeft. Het kind staat centraal op school, niet een vak of een curriculum. De overheid hoeft volgens mij ook niet te wachten tot de erkende instanties hun zaakjes op orde hebben. Ik verwijs naar de rechten van het kind (artikel 19)

Bescherm kinderen ook tegen geestelijk geweld

Dat sommige ouders hun kinderen opvoeden met angst voor de hel, daar zullen we weinig aan kunnen doen, hoezeer ik het ook betreur. En dat heeft niets met godsdienstvrijheid te maken. Ouders hebben nu eenmaal het recht hun kinderen thuis op te voeden zoals ze willen. Ook dat staat in de vaak geprezen verklaring van de Rechten van de Mens (EVRM artikel 8: recht op privacy en niet-inmenging in het familiale leven; het laatste is in de pre-ambule zelfs nog eens expliciet naar voren gehaald). Dat in veel moskeeën en kerken (laten we niet doen alsof het enkel in de islam voorkomt) wordt verkondigd dat er een laatste oordeel is en dat God het kwaad met wortel en tak zal uitroeien, ook daaraan zullen we weinig kunnen doen. Mensen staat het vrij om te geloven wat ze willen en om die mening te verspreiden, met en zonder een apart recht op godsdienstvrijheid. De scheiding van kerk en staat betekent ook dat de overheid zich niet met de opvattingen van mensen bemoeit, tenzij de openbare veiligheid of een ander mensenrecht in gevaar komt.

Mensenrechten gelden ook voor het kind

In die laatste toevoeging zie ik een opening om hier toch iets aan te doen. Ook kinderen hebben immers mensenrechten. Zo kun je je in dit geval bijvoorbeeld afvragen: Hebben kinderen geen recht op vrijheid van godsdienst in de eerste betekenis van dit mensenrecht, nl. dat ze vrij moeten kunnen zijn van religieuze dwang. Dat kan je in de thuissituatie niet bewerkstelligen, en ook niet in de religieuze vereniging (kerk, moskee). Maar daarbuiten dan toch zeker wel, of op z’n minst tegenwicht bieden tegen indoctrinatie. Zeker op de scholen die de overheid zelf inricht. Daar geldt het pedagogisch project van de school, ook in de lessen levensbeschouwing. Verder is er ook het kinderrechtenverdrag van de VN (1989). Artikel 19 spreekt over de bescherming van de kinderen tegen mishandeling en verwaarlozing. En in dit artikel wordt expliciet gezegd dat ieder kind recht heeft op bescherming ‘tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld’. Is het aanjagen van angst met God als almachtige boeman, geen vorm van geestelijk geweld? En kom niet af met een vergelijking met Sinterklaas. Wie dat doet heeft van religie niets begrepen. Welnu, de Belgische staat heeft dit verdrag ondertekend en heeft dus beloofd dat ze ‘alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied’ zal nemen om het kind tegen deze vorm van geweld te beschermen.

Waar wachten we nog op !?

Dick Wursten

[Ook gepubliceerd als opiniestuk in De Morgen]

Oppassen met die religieuze marker!

 Wie bepaalt eigenlijk wie zich moslim mag noemen en wie niet ?

Die terrorist in Nice, was dat nou een moslim of niet? Ja, zegt de Franse regering, maar de politie twijfelt. Zijn vrije seksuele moraal, zijn levensstijl… En de jongens die bij Rouen een priester keelden? De moslimgemeenschap weigerde ze een islamitische begrafenis te geven. Nochtans beriepen zij zich nadrukkelijk op Allah. Wie bepaalt eigenlijk wie zich moslim mag noemen?

[verschenen in het NRC, 15 augustus 2016]

Vragen we theologen om raad, dan hoor je over de vijf zuilen, Koran en Hadith. Maar daar verwijst IS ook naar, alleen komt er dan een ander verhaal uit. Binnen de islam zijn er ontelbare scholen en allemaal presenteren ze hun eigen construct als de ‘ware’ islam. Onderwijl kunnen sunnieten, shi’ieten en salafisten elkaars bloed wel drinken.

Kan, in plaats van de geleerde, de geleefde religie ons helpen? Nou, ook niet echt. Dat blijkt een amalgaam te zijn van gewoontes, tradities, rituelen en opvattingen die per tijd en plaats verschillen. Ze lijken ook meer met afkomst en cultuur te maken te hebben dan met godsdienst in engere zin. De religieuze kleur van veel feesten, eetgewoonten en rolpatronen komt pas aan het licht als ‘gelovigen’ migreren naar een andere cultuur. Plots schuurt het. ‘Niet wijken’ kan dan de reflex zijn, vasthouden! Bij verhuizing van godsdienst X naar cultuur Y bestaat dus het risico dat zo goed als alle do’s and don’ts van cultuur X religieuze voorschriften worden in cultuur Y.

Terug naar de terrorist: als er al sprake is van een religieuze drijfveer, dan kun je die niet zomaar losweken van andere beweegredenen. Religie is een identiteitslaag die doorgaans pas zichtbaar wordt als je ernaar vraagt. De meesten krijgen hun levensbeschouwing van huis uit mee. In de loop van het leven, mede bepaald door het verloop ervan, neem je dingen mee, voeg je iets toe, of laat je wat vallen. De geloofsleer blijft bij dit alles vaak impliciet. Waarom draag je die kleren, waarom vast je? Gewoon, altijd al zo gedaan, ik voel me er goed bij. Vraagt iemand toch door, dan verschuilt een doorsnee gelovige zich graag achter een dominee, imam of een andere expert. Die zal het wel weten. We zijn niet gewend dat we verantwoording moeten afleggen. Dat is niet zo vreemd.

Een overheid die meegaat in het discours dat de religieuze identiteit de kern is van je persoonlijkheid, werkt geestelijke gettovorming in de hand en speelt extremisten in de kaart.

Tot voor vijftig jaar leefden ook wij monocultureel en monoreligieus. De ander was ver weg, en inpasbaar. Nu is het anders. Voortdurend wordt er gevraagd of iemand katholiek, protestant, moslim, ietsist of niets is. Je stamelt wat, er komt nog een halve zin catechismus uit, maar die woorden dekken je levensbeschouwing niet meer. Geloofstaal zet je op het verkeerde been. ‘Ja, ik geloof in een Schepper. Nee, niet letterlijk natuurlijk. En Jezus, goeie kerel, maar zoon van God? Ach, laat maar.’ Om van het gezeur af te zijn laten we ons religieus ophokken: oké, ik ben protestant of katholiek, terwijl de werkelijkheid genuanceerd en complex is, tegenstrijdig zelfs. Zou dat bij moslims anders zijn?

De religieuze drijfveer is verweven met de rest van de persoon en niet zo helder omlijnd als religieuze instituties het voorstellen. Daarom is het ook zo lastig om de religieuze component te bepalen bij terreur. Ja, het islamitisch discours is present: de westerse wereld als vijand – boko haram. Maar dat discours ontleent zijn kracht daar niet aan. Het ent zich op frustratie, agressie, een persoonlijkheidsstoornis of een combinatie ervan.

Eerst zijn er de menselijke driften, vervolgens worden die gekaapt door het religieuze discours en worden ze drijfveren voor terreur.

Voordat we ‘de religie’ betrekken bij terreurbestrijding, geven we ons van deze complexe stand van zaken beter rekenschap. Simpele remedies zijn naast de kwestie bij zo’n ingewikkelde kwaal. Denken dat de promotie van de ‘juiste islam’ veel effect zal hebben, is bijzonder naïef. Toch denken veel overheden in deze zin. Investeer in imams en welzijnswerk, klinkt het alom. Los van de paternalistische ondertoon, wringt dit met de grondwettelijke scheiding van kerk en staat. En: wie gaat de lesboekjes schrijven? Diyanet of Gülen? Om maar iets te noemen. Erger nog: deze verhevigde aandacht voor religie kan averechts uitpakken. Het onderliggende signaal is immers dat je tegen alle ‘cultuurmoslims’ zegt: cultiveer je religie, beken kleur, neem godsdienst serieus.

Wat we over het hoofd zien, is dat vooral de fundamentalisten hierbij gebaat zijn. Zij zullen de aandacht van de overheid voor religie instrumentaliseren. Hun verhaal is bovendien veel strakker en zal zoekers aanspreken. Die weken ze met hun discours vervolgens gemakkelijk los uit de omringende cultuur. De samenleving is in hun strategie eerst godloos, dan goddeloos en uiteindelijk godvijandig. Scheid je daarvan af, betogen ze. Verhoud je enkel nog met echte broeders en zusters. En we zijn vertrokken.

Tijd dus voor een religieuze downplay. Een overheid die meegaat in het discours dat de religieuze identiteit de kern is van je persoonlijkheid, werkt geestelijke gettovorming in de hand en speelt extremisten in de kaart.